Eise Eisinga­straat 8

Eise Eisingastraat 8

Vast staat dat er in 1590 een zeer riant pand stond dat eigendom van en bewoond werd door Minne Lieuwes Mellema en dat op het noorderlijk erf een aantal van zes kamerwoninkjes stonden waar hulp behoevende mensen woonden. Mogelijk heeft de tekst op de steen te maken met de kamerwoningkjes. Minne Lieuwes Mellema was een rijk laken en houtkoopman. Minne overleed in 1615 en zijn zoon Lieuwe heeft er tot 1620 gewoond en verhuurde het pand toen aan Jean Jaques Gerbin die het in 1643 kocht van Lieuwe. In 1648 werd het pand gekocht door de lakenkoopman Pieter Pieters. Hij liet de kamerwoningkjes afbreken er een werkplaats bouwen staande tegen de noordgevel van het woonhuis dat ook werd verbouwd. In 1680 verkocht Pieter het huis en werkplaats aan Hendrik Hubert Voets, mr. Koperslager. Omdat Hendrikus, geboren in 1653 te Luik, gezien werd als een roomse paap, kreeg hij niet direct toestemming voor de aankoop, maar geld deed wonderen. Na zijn overlijden in 1711 nam zijn zoon Hendrikus junior de zaak over en liet een pakhuis bouwen op het achtererf. Hij bleef tot 1752 in dit pand wonen.
Hendrikus verkoopt het huis en pakhuis aan de koopman en vroedsman Andries Salverda die na zijn benoeming als burgemeester het huis liet renoveren om er weer een deftig en voornaam huis van de maken. Om nog meer status te krijgen kocht zijn vrouw Jeltje Altena, huisvrouw van de burgemeester Andries Salverda koopt op 17-12-1773 een hof met zomerhuis, staande en gelegen binnen Franeker aan de noordkant tegen het bolwerk, van Rudolf Nauta en de vroedsman Aggeus Eidsma als curatoren over de minderjarige kinderen van wijlen de koopman Johannes Sijbrens Wijngaarden en Trijntje Sjoerds Wijngaard. Bij leven gebruikt door Johannes Sijbrens Wijngaarden.
In 1795 huurt Jan Bogtstra met de woon het complex van Suffridus Salverda en in 1802 wordt vrederechter Sijbrandt Wijbenga bewoner van het pand.
In 1818 komt er voor het eerst een predikant in te wonen, Johannes Groenewoud en na hem weer een rechter Walraven Willen Noodt van Zuidscharwoude.
In 1863 koopt Petrus Hendrikus Ferdinandus Junius, rector, en zijn vrouw Trijntje Staats het huis met werkplaats/schuur dat in zeer kennelijke staat is want het woonhuis wordt afgebroken. Het huis met de trapgevel werd vervangen door een toen wat nieuwer type huis waarvan er 4 gebouwd zijn in Franeker, niet diep maar hoog. De bovenverdieping met de kleinere ramen was bedoeld voor huishoudelijk personeel.
11-1-1869 Petrus Lijcklama à Nijeholt, burgemeester koopt een zeer geriefelijk heerenhuis met keuken, turfloods, plaats, groote tuin, en vrije steeg, staande en gelegen binnen franeker, voorzien van verschillende en nette ingerichte beneden en 6 grootere en kleine bovenvertrekken, groote linnenzolder, vliering, kelder, provisiekamertje, put en regenwaterbak, voor fl. 6375,- van wijlen Petrus Hendrikus Ferdinandus Junius, als mede een tuin en zomerhuis aan het Noorderbolwerk gelegen achter voornoemd perceel voor fl 851,-. ( Koop zomerhuis gaat niet door, eigenaar wordt Petrus Guldenarm) De tuin is net aangelegd en voorzien van vruchboomen. Ook zal worden verkocht tegen contante betaling de inboedel van wijlen Junius en zijn vrouw bestaande uit mahoniehouten linnenkasten, stoelen met fauteuils, canape, tafels, groote dam en andere spiegels, tapijten, carpetten, loopers, schilderijen met fraaie en fijne platen, boekenkasten, ledikanten, lessenaars, fraaije kagchels met haardstellen, gordijnen en horretjes, pendules en ornamenten, onderscheidenen beste bedden met toebehooren bed en tafel linnen. Alsmede oude porceleinen voorwerpen zijnde bekers, kommen, theegoed, cristal, schilpad, theekistjes, wit aardewerk, koper en ijzeren keukengereedschappen, mangel turf en hout. Voorts fraaie gouden voorwerpen als een kerkboek met haken, horlogien met ketting, breidoppen, vingerhoed, flacon, doekspelden, ringen, slotjes met gritten, came oorknoppen met dito broch, en zilveren voorwerpen als 2 tafelschellen, tabakspot en comfoor, vorken, lepels en messen, soeplepel, strooijer, suikerschaal, servetbanden, sigarenstanders, aschbakken, inktstel en vele andere goederen in zilver.
In 1878 koopt Jan Antonius Ledel, apotheker te Bolsward en Franeker het pand en wordt de voorkamer verbouwd tot apotheek. Maar de zaken lopen niet echt goed omdat hij rooms is en nogal eens van de miswijn proeft. In 1886 vertrekt het gezin naar Roermond. Het pand staat een tijdje leeg en in 1887 koopt de NH kerkgemeenschap het pand en laat het pand renoveren en terug brengen naar een woning voor de in Franeker benoemde predikant Jacobus Herderschee. Een deel van de voormalige turfloods wordt gesloopt en bij de woning getrokken, hierdoor ontstaat de lange gang. Tot 1938 wonen er predikanten in het pand. De laatste was Frits Karel de Vries die in 1938 verhuisde naar zijn nieuw huis aan de Hertog van Saksenlaan. Eigenaar en bewoner werd Hein Cats, brandstofhandelaar.

Op de steen staat de tekst: VIEL CAN GRA / MEN SEGT MI / DAT ALLE MAN / TE DANCKKE SI / 1554′ en ‘Franeker’.