1903 Op dinsdag 3 maart 1903 verklaard Gerardus Keijzer bierhandelaar verkocht en in ware eigendom over gedragen te hebben aan Hantje Goodijk koopman wonende te Franeker een huis met erf en tuin staande aan de dijkstraat Kad. Nr. Sectie A 2121, met uitzondering van een klein westelijk gedeelte, de keuken, een binnenplaatsje en het secreet door een muur afgescheiden van dit perceel, de scheiding tussen het verkochte en het overige gedeelte van dit kadastrale perceel zal zijn, de bestaande scheidingsmuur tussen de beide huizen, de muur zal voor gezamelijke kosten moeten worden doorgetrokken tot de noordelijk gelegen tuin van de verkoper welke muur tussen de beide panden massaal zal blijven, de comparanten zullen voor gezamelijke kosten moeten laten wegnemen de deuren met kozijnen in die massale muur, toegang gevende tot het secreet, keuken en binnenplaats en de opening ter dikte van de muur dicht metselen, de goot aan de oostelijk muur van de keuken mag blijven bestaan, de verkoper heeft het recht om het water van die goot op eigen erf af te leiden, het stek ten noorden van het verkochte blijft eigendom van de verkoper, die op zijn kosten moet laten wegnemen de deur ten noordwesten in dat stek en het stek tot zijn erf ten westen zal moeten doortrekken, de overige stekken dienende tot afscheiding met de naast gelegen erven zijn massaal, aldus verkocht en gegeven voor de somma van fl. 4000,- te betalen in een termijn op 12 mei 1903, de aanvaarding kan geschieden op 12 mei 1903 wel in overleg met Klaas Wiersma koopman te Franeker die het perceel in huur heeft.