1785 Men laat een ieder weten dat de oud burgemeester Adam Lentz eb dr Everwijn Drabbe advocaat voor het hof van Friesland beide woonachtig tot Franeker in qualiteit als curators over de nagelaten kinderen van wijlen Hendrik Minnema en Titia Ens in tijden echtelieden kooplieden tot Franeker en met decreet van het weledele gerecht te Franeker eerstelijk bij het uitgaan der laatst brandende kaars en daarna het ligten der zegels uit den wasse aan de meest biedende op 25-11-1785 zullen verkopen, ten eerste; een zeer voortreffelijk groot huis met hof, staande en gelegen aan de stadsplaats binnen Franeker wijk TO 109, bij de hoog geleerde heer Theodurus van Kooten professor ordinaris aan lands academie te Franeker cum uxore als huurders bewoond tot 12 mei 1786. Op 27 december 1785 is bij het uitgaan der kaarse de hoogste bieder gebleven Sjoerd Meinerts met de somma van 1525 gg maar op 20 januari 1786 is het hoogste bod van de heer Lamoraal Joachim Johan Rengers zegge 2332,- cg welk bod aanvaard wordt. Ten tweede; een huis cum annexis staande naast het vorige perceel, bij Anna Maria Coenraads de weduwe van Wijlen Johannes Tuinema als huurderse bewoond tot 12 mei 1786, Op 27 december 1785 is bij het uitgaan der laatst brandende kaarse de hoogste bieder B Adama met 201 gg. Op 20 januari 1786 is het hoogste bod van de heer Lamoraal Joachim Johan Rengers zegge 310 gg wat wordt aanvaard door de erfgenamen.