1826 Grietenij Franekeradeel De manier waarop Franekeradeel in het bezit is gekomen van dit pand is zeer bijzonder. Tijdens de raadsvergadering van 19-8-1823 werd besloten om na te gaan of er niet wederom een soort proevenhuis in Franeker moest komen. De oude dokumenten van het proevenhuis dat in de 17de en 18de eeuw op de Schilbanken stond, werden geraadpleegd. Uit de boekhouding bleek dat Paulus van Ghemmenich, na de oprichting in 1634 hoofdverantwoordelijk, over een periode van ruim dertig jaar de zaak voor meer dan 30.000 goudguldens had opgelicht. Omdat B&W van Franeker de grietman van Franekeradeel en eigenaar van dit pand J.M. van Beijma thoe Kingma als wettelijk erfgenaam van de familie Ghemmenich beschouwde, werd hem gevraagd om dit geld maar even terug te betalen. Dat bleek geen haalbare kaart waarop als compensatie het voormalige Dekemahuis annex woonhuis in 1826 aan Franekeradeel werd geschonken.