1928 De heer Bernardus Otto Ensink zonder beroep verklaard op 26-09-1928 te hebben verkocht en in ware eigendom over gedragen te hebben aan Doeke Oosterbaan arts wonende te Franeker, een herenhuis met tuin en erf nr. 3 staande aan de breedeplaats te Franeker Kad. Nr. Sectie A 2882 deel uitmakend van oud nr. 2272 voor de somma van fl. 8000,- te betalen op 1 november 1928, de aanvaarding kan geschieden op 12 november 1928, de verkoper verklaard dat op 19 december 1927 is verkocht een huis met erf grenzende aan dit huis ten oosten en in het verleden deel uitmakende van Kad. Nr. 2272 als een geheel waardoor zij niet waren te splitsen zo bevindt zich het als keuken ingerichte vertrek van dit pand onder de zolder van het destijds verkochte perceel en de midden beneden verdieping is uitgebouwd in de gang van het thans verkochte perceel, tot het voortbestaan van deze toestand hebben de heer Ensink en de toenmalige koopster elkander wederkerige verplichtingen opgelegd ook wat betreft het onderhoud en aan de opvolgers eigenaars op te stellen, de verkoper verklaard aan de koper deze verplichtingen over te dragen en de koper verklaard deze verplicht weer aan zijn opvolger over te dragen, de koper heeft ook kennis genomen van het recht van de toenmalige koopster van het belendende perceel om brandstoffen en faecalien over het achtererf van het thans verkochte perceel te vervoeren en de put mandelig in gebruik is, de schutting tussen de tuin van het verkochte perceel en de steeg van het perceel Kad. Nr. Sectie A 2592 is massaal.