1775 Dominicus Terpstra te Ried voor de ene helft en Rinnert Halma huisman op het War voor de wederhelft, kopen op 22-04-1775 een voortreffelijk en deftig huis met hof, staande en gelegen op de hoek van de kerkstraat, bij de rector Gerardus Couperus bewoond, bestaande uit voorhuis met een grootte zaal op de tuin uitziende , een middenkamer, een binnen plaats, gewelfde kelder met een kelderkamertje, een zijkamer aan de westkant alsmede een keuken, een portaal in de tuin uitkomende, een keuken achter de binnen plaats, een grootte boven voorkamer, een achterkamer en zijkamer, een provisiekamer en een portaal tussen de bovenkamers, een klerenzolder boven de voorkamer en achterkamer en een turfzolder boven de zaal, hebbende een uitgang in de kerkstraat en een zeer fraai hof, een wagenhuis en paardenstallen met hooizolder, verder voorzien van een waterbak, put en secreet, begerechtigd met het mandelig gebruik van de steeg en asbak in de kerkstraat, aldus in koop bekomen van Hillebrandus Mentes, bedienaar des Goddelijks woord te Leeuwarden voor zich en als gelastigde van zijn broer Albartus Mentes Reen, bedienaar des Goddelijks woord te Harlingen en Frans Hendrik Reen, vroedsman te Leeuwarden, voor zichzelf en als gelastigde van zijn dochter Geertij Reen huisvrouw van Occo Albertus Mentes, predikant te Langweer, alsmede de heren Willem Kok en Annus Johannes Mentes, beide te Amsterdam, Hendrik, Karel en Anna Bogaard huisvrouw van Cornelis Bakker, Lidia Bogaard huisvrouw van Harmanus Romburg en Christina Bogaard huisvrouw van Cornelis de Boer, allen te Amsterdam, voorts als gelastigden van Clara de Bruin weduwe en erfgename van Petrus Teger te Hasselt en als gelastigde van Theodorus Daniel Teger te Hasselt en Josias Petrus Teger te Leiden, aldus in koop bekomen voor de somma van 1101 gg en 7 stuivers op volgende condities, dat de koopschat in klinkende munt en zonder landschaps obligatien zal moeten worden betaald in twee termijnen op 12 mei en 1 november 1775.