1726 Ruurd Pieters, mr ijzer smid te Franeker bekend en verklaard op 21-11-1726 bij deze te hebben verkocht en in ware eigendom overgedragen te hebben aan Gorrit Doekes vrijgezel en smidsknecht aldaar oud in zijn vijfentwintigste jaar gesterkt met zijn vader Doeke Meinerts te Winsum, een huis met smederij en een schuur daarachter en al het smidsgereedschap, staande en gelegen in het oostelijk ravelijn nabij de dijkstraat, bij de verkoper bewoond en in gebruik die tot 12 mei 1727 het recht van vrije inwoning en gebruik van de smederij behoudt, belast met 14 stuivers jaarlijkse grondpacht, aldus verkocht en gegeven voor de somma van 1400 cg zijnde 600 cg voor het huis en de schuur en 800 cg voor de smederij en de gereedschappen, alles te betalen in baar geld en klinkende munt in drie termijnen, bij het passeren der koopbrief en op 12 mei 1727 en 1728.