1813 Om niet vermelde reden wordt deze openbare veiling ongeldig verklaard en volgt er op 18 maart 1813 en nieuwe openbare veiling waarin beide percelen te koop worden aangeboden en door Siebren Rintjes van der Ploeg mr timmerman te Franeker op perceel TO 106 een bod doet van fl. 1860,- of 3906 francs waarop Pieter Martens Offinga koopman te Arum het bod verhoogt met fl. 240,- of 504 francs wat door Jelle Banga wordt geaccepteerd in de finale palmslag, waarbij Pieter Martens Offinga verklaard dat er twee medekopers zijn Ane Jans Anema mr timmerman wonende te Arum en Sipke Lammerts Houtsma mr timmerman woonachtig te Pingjum, en op perceel TO 105 wordt door Siebe Rintjes van der Ploeg mr timmerman en Hein Siebes koopman te Franeker een bod gedaan van fl. 245 en 10 stuivers of 515 francs en 55 centimes wat door Jelle Banga wordt geaccepteerd in de finale palmslag te betalen in hollandsche guldens van 20 stuivers het stuk in alhier gangbaar grof zilveren munt naar de tegenwoordige koers in drie termijnen op 1 mei en 1 november 1813 en 1 mei 1814.