1785 Men laat een ieder weten dat Titia Gadses weduwe van wijlen Benjamin van Burenstins oud burgemeester der stad Franeker als moeder en wettige voorstander over haar beide minderjarige kinderen en bij decreet der edel gerecht te Franeker en bij het uitgaan der laatst brandende kaars en het ligten der zegels op 21-01-1785te koop aanbied een gerechte helft van een deftig huis cum annexis staande en gelegen op de dijkstraat tot Franeker, de wederhelft in eigendom van Jan Boltjes procureur postelant en bankhouder, bij Anna Romar als huurster bewoond voor een jaarlijkse huur van 46 cg tot 12 mei 1785, het huis bestaat uit een ruim voorhuis, grote voorkamer met twee schuiframen, haard en bedsteden en klerenkast, verders een keuken met haardsteed en een spijskamer met daarachter een loods, bleekveld, put en waterbak en een secreet, boven voor een kamer met twee schuiframen, bedstee en spijskamer, daarboven een zoldering, wie daar aan gading maakt kome op tijd en plaats bij de derde proclamatie op 4 februari 1785. Jan Boltjes, procureur postelant en bankhouder is de hoogste bieder en aanvaard de de koop.