1764 Petrus Conradi, professor theologie en Christina van der Valk kopen op 21-09-1764 een voortreffelijk huis met hof, staande en gelegen aan de breedeplaats, thans bij de echtelieden kopers als huurders bewoond voor 170 cg jaarlijkse huur, bestaande uit een royaal voorhuis met witte en blauwe vloerstenen, een grote zijkamer met haardstede en twee schuiframen, daar tegenover een tweede zijkamer beide uitzicht hebbende op de breedeplaats, een gang naar achteren achter de bovenvermelde grote kamer, een voortreffelijke eetzaal met twee schuiframen en een italiaanse schoorsteen met uitzicht op de tuin, een grote en geriefelijke keuken voorzien van allerlei commoditeiten en achter de keuken nog een klein keukentje, in de grote keuken een trap om naar een wijnkelder te gaan welke schiet onder het huis ten oosten, achter in de gang een secreet, in het voorhuis een zeer gemakkelijke en nieuwe trap naar boven, voor aan de straat een extra royale kamer voorzien van twee schuiframen, haard en bedstee en aan de zijkant een kabinetje, een voor bovenkamer voorzien van twee schuiframen en een bedstee, achter boven een grote ruime kamer met vier schuiframen voorzien van verscheidene kasten, en nog een kamer voorzien van haard en bedstee, een ruime zolder boven het huis, achter het huis een grote plaats waarop een pomp mandelig met het huis ten oosten, een grote regenwaterbak, een extra grote en aangename tuin voorzien van beste vruchtbomen en een prieel, een mandelige steeg ten westen van de tuin zijnde een uitgang naar de kerkstraat, een mandelige put met het huis ten westen en een vrije asbak of put, de staketten tussen dit huis en die van de burger vaandrig Feico Lemkema cum uxore ten zuiden zijn ter alle tijden alleen voor dezelfde echtelieden te onderhouden, belast met verhuren tot 12 mei 1765 en het onderhoud van straten, wallen, bruggen, waterlozinge, riolen, muren, staketten zoals van ouds daarop gelegen hebben en nog leggen, aldus in koop bekomen van Dominicus Hamerster, oud eerste en residerende raad ordinaris in den hove van Friesland woonachtig te Leeuwarden als testamentair erfgenaam van wijlen zijn huisvrouw Maria Agnes Huber voor de somma van 2080 gg te betalen in zilveren klinkende munten of gouden zonder landschaps obligatien in drie termijnen op 1 november 1764 en op 1 mei en 1 november 1765, de kosten van het schrijven van de koop en reversaal brieven en zegels en al het andere over deze koop gevallen alsmede verteringen komen ten laste van de kopers zijnde 50 cg en 10 stuivers.