1850 Feike Damhuis, kooltjer
Archieven: Eigenaars
1840 Op heden maandag 23 maart 1840 in het Harlinger veerhuis te Franeker wordt bij openbare veiling te koop aangeboden door Auke Wietzes Tuinstra wonede te Franeker voor zichzelf en als voogd over Anna Wietzes Tuinstra en als toeziend voogd over Sipke Johans Tuinstra beide zijn minderjarige kinderen en Augustinus Wietzes Tuinstra slager wonende te Franeker voor zichzelf en als toeziend voogd over zijn minderjarige zuster Anna Wietzes Tuinstra, Jan Bakker verver en glasmaker, Douwe Dirks koopman, Jouwert Jouwertsma kantoorbediende en Adam Nicolaas Lentz koopman alle vier wonende te Franeker als diaken van de nederlandsche hervormde gemeente te Franeker en voogden over Wiebe en Johan Frederic Wietzes Tuinstra beide minderjarig en verblijvende in het weeshuis, in 1807 door Auke Wietzes Tuinstra koopman gemeenschappelijk aangekocht met wijlen zijn overleden huisvrouw Frederica Sophia Wilhelmina de Lang voor de helft en hun gezamelijke kleinkinderen Augustinus, Anna, Wiebe en Johan Frederic tezamen erfgenamen van Wietze Aukes Tuinstra zoon van Auke Wietzes Tuinstra, Frederica Sophia Wilhelmina en Tiemen als erfgenamen van hun moeder Janke Aukes Tuinstra, Sipke, Janna Catharina, Augustinus en Duco kinderen uit verschillende huwelijken erfgenamen van Johan Frederic Aukes Tuinstra allen gezamelijk erfgenamen van hun grootvader Auke Wietzes Tuinstra en Wietze Aukes en Johan Fredric Aukes Tuinstra allen voor een gerechte deel, voor de losse goederen bij het perceel behorende zal de koper bij aanvaarding en directe betalen de somma van fl. 4,- een huis en erf en alles wat er toe en aan behoort staande en gelegen op het eilandje in de wijk EW 34 Kad. Nr. Sectie A 513, het huis met grond wordt aanvaard met alle lasten die er op liggen, gerechtig, dienstbaar en mandeligheden en verplichting tot onderhoud als van ouds, voorts in de staat van onderhoud, bruik en bewoonbaarheid, met in en uitwendige zichtbare of verborgen gebreken, het eerste bod wordt gedaan door Poppe Andries Damhuis wonende te Franeker met fl. 200,- Op maandag 30 maart 1840 in het Harlinger veerhuis te Franeker wordt het eerste bod niet verhoogt waarna de finale toewijzing volgt, te betalen in twee termijnen op 1 mei en 1 november 1840.
1807 Auke Wietzes Tuinstra, koopman wonende te Franeker, koopt op 01-12-1807een huis en erf cum anbnexis staande op het eilandje te Franeker in de wijk EW 34, bij de verkoperse bewoond, op 12 mei 1808 vrij te aanvaarden, de losse goedren versmelten in de koop, de hoed en noed alsmede de lands en stads belastingen zullen ingaan direct na de finale palmslag, belast met het onderhoud van de straat, wallen en quoteel het eilands bruggetje en voorts met actien, lasten, servituten, profijten en gerechtigheden als van ouds daartoe en aan behorende, aldus in koop bekomen van Froukje Siedses weduwe van wijlen Johannes Alles Haanstra voor de somma van 174 cg en 10 stuivers te betalen in alhier gangbaar grof zilvergeld zonder lands obligatien of voor geld gaande papieren in een termijn op 1 mei 1808, de kosten dezer verkoop als het schrijven van het proces verbaal, advertentien, de zegels, omroepen en trommels komen voor de kopers.
1805 Nieuwbouw woonhuis en schuur
1803 tot 1805 geen bewoners wegens bouwval
1789 Jan Harmens van der Schaaf, Mr. timmerman koopt op 08-09-1789 een plekje grond of hofje, gelegen achter het verkopers huis op het eilandje, de koper is verplicht de stakettingen nodig tot scheiding te onderhouden, direct na de finale palmslag te aanvaarden, aldus in koop bekomen van Johannes Alles en Froukje Siedses echtelieden binnen Franeker voor de somma van 125 cg te betalen in baar geld en klinkende munt gelijk na de aanvaarding.
1782 Sieds Gerbens, gezworen turfdrager binnen Franeker voor zich zelf en als testamentair erfgenaam van wijlen zijn vrouw Sietske Jans voor de andere helft verklaard op 06-07-1782 verkocht en in ware eigendom over gedragen te hebben aan Johannes Alles en Froukje Siedses echtelieden binnen Franeker een huis met hof cum annexis staande en gelegen op het eilandje binnen Franeker, bij de verkoper bewoond en gebruikt, bezwaart met actien, lasten, servituten, profijten en gerechtigheden als van ouds daartoe en aan behorende, direct na de proclamatie in vrijheid te aanvaarden, aldus verkocht en gegeven voor de somma van 350 cg te betalen in een termijn in baar geld en klinkende munt direct na de finale palmslag
1767 Sieds Gerbens, gezworen turfdrager en Sietske Jans echtelieden binnen Franeker kopen op 07-02-1767 een huis met erf, staande en gelegen op het eilandje binnen Franeker, bij de echtelieden kopers als huurders bewoond, bezwaart met nog 8 jaren verhuur ingaande op 12 mei 1767 voor de somma van 20 cg jaarlijks, de hoed en noed is direct na de aanvaarding voor de echtelieden kopers en voorts met actien, lasten, servituten, profijten en gerechtigheden, aldus in koop bekomen van Gellius Tamminga, mr. Chirurgijn voor de ene helft en Hotse van der Meulen, vroedsman voor de andere helft en alzo tezamen voor de somma van 300 cg te betalen in baar geld en klinkende munt en geenzins met landschaps obligatien of voor geld gaande papieren in een termijn op 12 mei 1767.
1766 Hotze van der Meulen, vroedsman en Gellius Tamminga, chirurgus
1753 Pieter Reinders, mr. Wolkammer en Tjerk Hotzes van der Meulen, koopman, kopen op 28-12-1753 een huis met erf, staande en gelegen op het eilandje, bij Sieds Gerbens bewoond tot 13 mei 1754, de kosten voor opzeggen van de huur zullen door de kopers betaald moeten worden, aldus in koop bekomen van Geertje Johannes weduwe van Agge Pieters voor de somma van 111 cg en 14 stuivers, te betalen in klinkende munt in 2 termijnen op 1 mei 1754 en 1755 aan de verkoperse naast gerechtigde crediteuren zonder dat de kopers haar met het recht van compensatie mogen behelpen.
1734 Geertje Johannes van Doonen weduwe van Agge Pieters, trekschipper
1723 Geertje Johannes van Doonen weduwe van Dirk Daniels van Onna