1836 Trijntje Sikkes Brouwer weduwe van Pieter Sikkes van der Wal
Archieven: Eigenaars
1823 Op maandag 15 december 1823 in het heerenlogement staande te Franeker in de wijk TW 53 wordt in een publieke verkoping te koop aangeboden door Johannes Stinstra griffier wonende te Franeker als gelastigde van Jan Cornelis Braaksma arbeider wonende te Hallum, Rinske Cornelis Braaksma ongehuwd zonder beroep wonende te Oude Bildtzijl, Anne Gerrits Steensma kooltjer wonende te Ferwerd, Gabe Gerrits Steensma arbeider wonende onder Leeuwarden en Rinske Gerrits Steensma huisvrouw van Thijs Harmens Hoekstra te Ferwerd, Froukje Hemmes naaister weduwe van Tjalling Douwes Bruinsma te Ferwerd allen tezamen erfgenamen van wijlen Gabe Steensma in leven wonende te Franeker, een huis, tuin en erf met alles wat er aan en toe behoort, staande en gelegen in de wijk EW 42 binnen Franeker, bij Lambertus Formeer en anderen bewoond en gebruikt, de kosten dezer verkoping als advertientien, billetten, oproepen, trommelen, proces verbaal, zegels, registratie en verteringen zijn voor de koper, het huis kan door de koper aanvaard worden op 12 mei 1824, de losse goederen zijn bij de koop inbegrepen, het huis wordt over gedragen en ontvangen in zodanige staat van onderhoud en bewoonbaarheid zoals het thans is met een speciale bepaling dat de stenen vloer liggende binnen dit huis op het portaal over een houten vloer welke schiet over een bedstee in het huis van Jacobus Pierson Thoolen moet blijven liggen en door de eigenaar van het geveilde huis naar gehoren onderhouden moet worden, alsmede de goot tussen de beide huizen, de goot die over de zolder van het huis van Pierson Thoolen loopt en de goot ter zijde van dat huis waarlangs beide goten het geveilde huis het regenwater bekomt gezamelijk in onderhoud is, de goot aan de straat die massaal is leunt bij inschikking tegen de muur van de heer Thoolen, deze goot behoorde anders voor de helft tegen de muur van het geveilde huis, dat het riool van het geveilde lopende onder het ten westen staande huis van de weduwe van Jan Aitema voor zoverre het langs de keuken van haar huis strekt en vervolgens naar het diept moet door de eigenaar van het geveilde huis onderhouden worden, bezwaard en begerechtigd met actien, lasten, servituten, gerechtig en mandeligheden, het eerste bod van fl. 563, – wordt gedaan door door Cornelis Jans Schaaf timmerman wonende te Franeker, Op maandag 27 december 1823 in het heerenlogement staande te Franeker in de wijk TW 53 wordt het eerste bod van Cornelis Jans Schaaf timmerman niet verhoogd die verklaard het bod te hebben gedaan namen Pieter Sipkes van der Wal wagenmaker te Franeker te betalen in goed gangbare klinkende munt zonder voor geld gaande papieren of effecten op 1 mei en 1 november 1824.
1818 Op dinsdag 24 maart 1818 in het Heerelogement te Franeker wordt in een openbare veiling te koop aangeboden door de hoog geleerde heer Wessel Albertus vab Hengel woonachtig tot Franeker een hecht en ruim huis met hof staande bij de Caldenbachts brug in de wijk EW 42 binnen Franeker, bij de verkoper bewoond en in gebruik, op 1 juli 1818 vrij te aanvaarden, bestaande uit een voorhuis, voorkamer aan de straat behangen en voorzien van een haardstee, een achterkamer uitziende op het hof en ook behangen en voorzien van een haardstee, vijf kasten, een keuken voorzien van de nodige geriefelijkheden, een potaal met kasten, een kleine keuken, boven een voorkamer voorzien van haardstee en kasten, een achterkamer, een klein kamertje alsmede een klein kamertje op de zolder, zolder en vliering boven de achterkamer, plaats, hof en bleekveld alles voorzien van de vereiste geriefelijkheden, de hoed en noed gaan dadelijk over op de koper, de losse goederen bij dit huis behorende moeten overgenomen worden voor de somma van fl. 15,- en gelijk betaald worden bij de aanvaarding, het huis en hof worden overgedragen zo goed en kwaad, groot en klein het is met dezelfde raad en onraad, lasten en bezwaren mandelig en gerechtigheden daartoe en aan behorende, volgens een actie van 21 december 1808 opgemaakt tussen Jacobus Pierson Thoolen en Nicolaas Cornelis Scheltema dat de stenen vloer liggende boven in dit huis op het portaal over een houten vloer welke schiet over een bedstee in het huis van Jacobus Pierson Thoolen moet blijven liggen en door de eigenaar van het geveilde huis onderhouden moet worden alsmede de goot tussen de beide huizen, de goot die over de zolder van het huis van Pierson Thoolen loopt en de goot ter zijde van dat huis waarlangs beide goten het geveilde huis het regenwater bekomt gezamelijk in onderhoud is, de goot aan de straat die massaal is leunt bij inschikking tegen de muur van de heer Thoolen, deze goot behoorde anders voor de helft tegen de muur van het geveilde huis, het eerste bod wordt gedaan door Agge Fontein vrderechter in het kanton Franeker met fl. 800,- Op maandag 6 april 1818 in het Heerelogement te Franeker wordt het eerste bod verhoogd door Johannes Bos bakker te Franeker naar fl. 850,- waarop Gabe Steensma koopman wonende te Franeker fl. 892,- welk bod niet meer verhoogd word en de finale toewijzing aan hem wordt gegeven, te betalen in alhier gangbare zilveren munt zonder obligatien of voor geld gaande papieren in twee termijnen op 1 november 1818 en 1 mei 1819.
1808 Nicolaas Scheltema, commies ter recherche en Anna Catharina Adama kopen op 27-11-1808 een deftig huis, hof en zomerhuis staande en gelegen op het 1ste west nr 39 binnen Franeker, thans in huur bij de weduwe Scheffer tot 12 mei 1809, belast met actien, servituten, lasten en gerechtigheden en onderhoud van straten, wallen, bruggen, staketten, waterlozinge en riolen, de losse goederen tot en aan het verkochte behorende zullen op de dag der aanvaarding op taxatie over genomen moeten worden en direct na de finale palmslag betaald moeten worden, aldus in koop bekomen van Gerke Westerdijk, Mr. horlogiemaker, en Johanneske Bakker voor de somma van 1219 cg te betalen in klinkende munt zonder landschaps obligatien of voor geld gaande papieren op 12 januari 1809 150 cg op 12 mei 1809 150 cg en op 12 mei 1810 200 cg en op 12 mei 1811 200 cg en zo vervolgens op 12 mei 1812, 1813 steeds 200 cg en het restant op 12 mei 1814.
1802 Johannes Meintes Pook koopman en Pieter Adama advocaat beide te Franeker in qualiteit als geauthoriseerde curatoren over de verlaten boedel van Johannes Hartman van der Werf cum uxore verklaren op 06-01-1802 bij publieke veiling verkocht en over gedragen te hebben aan Gerke Westerdijk koopman en Johanneske Bakker echtelieden te Franeker, een deftig huis met hof en zomerhuis staande en gelegen op het west binnen Franeker, bij de predikant Cremer thans als huurder bewoond en in gebruik, op 12 mei 1802 vrij te aanvaarden, belast met actien, servituten, lasten en gerechtigheden en onderhoud van straten, wallen, bruggen, staketten, waterlozinge en riolen, het onderhoud en reparaties aan het verkochte komen tot 12 mei 1802 voor de verkopers, de losse goederen tot en aan het verkochte behorende zullen op de dag der aanvaarding op taxatie over genomen moeten worden, alzo verkocht en gegeven voor de somma van 825 cg en 15 stuivers doende te betalen in baar geld en klinkende munt in een termijn op 12 mei 1802.
1781 Johannes Hartman van der Werf, Mr. timmerman en Renske Jacobs Postma echtelieden binnen Franeker, kopen op 07-05-1781 een deftig huis met hof, staande en gelegen bij de Caldenbachs brug, het zomerhuis staande achter in het hof zal door de koper mogen worden gebruikt mits hij de nodige reparaties zal doen uitvoeren, doch als het een bouwval zal worden is de koper verplicht om het af te breken en de strook tuin aan de verkoper af te staan, koper belooft het zomerhuis te zullen repareren en te onderhouden en het voor gebruik af te staan aan verkoper, de vensters openslaande naar de tuin van de verkoper moeten gesloten blijven bij gebruik door koper, belast met actien, servituten, lasten en gerechtigheden, aldus in koop bekomen van de hoog geleerde heer Gadso Coopmans, profssor ordinaris aan Lands Academie voor de somma van 1025 cg te betalen aan de verkoper in baar geld en klinkende munt zonder landschaps obligatien in twee termijnen op 12 mei en 12 november 1781.
1781 Pand wordt verbouwd tot twee zelfstandige huizen ( zie EW 43)
1781 Nicolaas Sjoek, castelein in het Heerenlogement en Maria Doré voor de ene helft en Willem van der Klas, mr. bakker en Tietje Douwes Wassenaar voor de andere helft en zo tezamen voor het geheel, kopen op 16-03-1781 een kostelijk en royal huis en een groot hof met een fraai zomerhuis, staande aan de stadsvesten, zijnde een achtkantige koepel, staande en gelegen achter het hof nabij de Caldenbachs brug, bij de verkopers laatst bewoond geweest, de losse goederen als zijnde bedplanken, standers, spijskamerborden en alle tuingereedschappen zullen op taxatie worden verkocht, de predikant Odolphi heeft het recht van waterlozing over het erf van dit pand, begerechtigd met een vrije doorgang en gebruik van de steeg ten westen voor toegang tot de tuin, vrij te aanvaarden op 12 mei 1781, belast met actien, servituten, lasten en gerechtigheden, alle kosten over deze verkoop als drukken der billetten, schrijven, advertentien, omroepen, trommelen, registratie en verteringen zijn voor de koper, aldus in koop bekomen van Elias Wigeri, procureur generaal van de landschappen Friesland, J.U. Doctor en professor juris ordonarus en Helena Binkes Sinnema, woonachtig te Leeuwarden voor de somma van 1525 gg en 20 stuivers te betalen in twee termijnen op 12 mei en 12 november 1781 in baar geld en klinkende munt (Koop gaat niet door wegens niaarrecht en eigenaar wordt Gadso Coopmans)
1756 De heer en meester Elias Wigerie, procureur generaal van de landschappen Friesland, J U Doctor en professor romani extraordinaris, en Hiltje Binkes Sinnema, echtelieden, kopen op 01-10-1756 een huis met hof en zomerhuis op de grachtwal, staande en gelegen op de Schilcampen, vrijelijk gebruik van de steeg naar de publieke straat, bij kopers als huurders bewoond en in gebruik, het hof strekt ten oosten tot het erf van Harmanus van Raijen, in gevolge van scheiding tussen verkopers als regonten en Hermanus Betzauw torenwachter als regonde gemaakt den 13 april 1744 hebbende de stadswal ten zuiden en ten noorden de algemene straat en diept verplicht te zijn om de staketten en de vrije ruimte te onderhouden en te repareren en voorts geen actie ondernemen tot elkanders last en quadigheden te doen, aldus in koop bekomen van Christianus Hendricus Trotz, J U Doctor en professor juris civil en publq. te Utrecht en mevrouw Sophia Johanna Stellingwerff, voor de somma van 5000 cg waarvan gelijk 3000 betaald moet worden in klinkende munt en het restant voor 12 mei 1757, kosten proclamatie en koopbrief 85 cg en 5 stuivers.
1748 Afbraak en nieuwbouw van deftig woonhuis met hof en zomerhuis
1741 Christianus Hendricus Trotz professor aan lands academie en Sophia Johanna Stellingwerf echtelieden binnen Franeker, kopen op 01-12-1741 een heerlijk en voortreffelijk groot huis met hof cum annexis en een voortreffelijk zomerhuis staande aan de stadswal staande en gelegen nabij het Proevenhuis op de Schilbank, bij de echtelieden kopers reeds bewoond en gebruikt, met de behangsels, staande en leggende haardplaten en de staande en liggende borden in de spijskamer, de kopers zijn verplicht tot het vernieuwen en repareren van het hek strekkende van achter het bezemhokje tot aan de uitgang van de deur naar de steeg, belast met actien, lasten, servituten en gerechtigheden, de kopers zullen gehoor moeten geven aan de acte van 7 november 1741 waarin opgenomen dat er met de buren op vriendschappelijke en goede nabuurschap moet worden omgegaan en er zich geen kwaadaardigheden zoals vroeger zullen voorvallen, aldus in koop bekomen van Poppius Roorda Brouwer, secretaris der academie en Elisabeth Magdalena Badenkop voor de somma van 4000 cg bij de som is inbegrepen 200 cg voor de behangsels te betalen in baar geld en klinkende munt in twee termijnen op 12 mei en 12 november 1742.
1724 Poppius Roorda Brouwer secretaris der academie tot Franeker en Elisabeth Magdalena Badenkop echtelieden binnen Franeker kopen op 01-10-1724 een heerlijk en deftig en groot huis met hof cum annexis, staande en gelegen nabij het proevenhuis op de schilbank met gehangsels, staande en liggende haardijzers, planken, bovenwerk van een ledikant etc voorts met actien, lasten, profijten, servituten en gerechtigheden zoals in een acte van 16-9-1685 is gesloten tussen de heer Aggeus Brunia voormalig eigenaar van dit huis en de heer professor Johannes Regius, aldus in koop bekomen van de heer Albartus Schultetus linqua hebreeuws professor tot Franeler voor de somma van 2100 cg zijnde de behangsels en andere fraaie goederen gerekent op 200 cg te betalen in baar geld en klinkende munt en geenzins met landschaps obligatien in een termijn op 25 februari 1725