1707 Janke Pieters weduwe van Sjoerd Lieuwes Swiens
Archieven: Eigenaars
1721 Albartus Schultens linqua hebreeuws professor tot Franeker koopt op 25-04-1721 een heerlijk en zeer voortreffelijk groot huis met hof, staande en gelegen bij het proevenhuis binnen Franeker, bij de koper bewoond en in gebruik, belast met 2 gg jaarlijkse grondpacht te betalen aan het Claar Kamster weeshuis, voorts met actien, lasten, profijten, servituten en gerechtigheden als van ouds zoals vermeld in de acte van 16 september 1680 tussen Aggeus Brunia voormalige eigenaar van dit huis en Johannes Regius de buurman gemaakt om de verschillen dat de ene de andere liet bouwen of vermaken zonder overleg en zich benadeeld voelde, te reguleren, aldus in koop bekomen van de juffrouw Jetske van Brunia huisvrouw van de heer Henricus Liphart J U doctor woonachtig in het district van het dorp Tzummarum voor de ene helft en de heer Johannes Theodorus van Jeltinga J U doctor en advocaat voor het hof van Friesland wonende te Leeuwarden voor de andere helft en alzo te zamen voor het geheel voor de somma van 2000 cg te betalen in baar geld en klinkende munt en niet met landschaps obligatien in twee termijnen bij het sluiten van het finale accoord 1000 cg en op 12 mei 1721 nog 1000 cg.
1930 Afbraak en nieuwbouw met uitbreidingen naar het westen en zuiden, zie Kad. nrs. 398 en 1804.
1930 R.K. Parochiaal armbestuur
1926 Rooms Katholieke armvoogdij
1923 Cornelis Ettema, timmerman
1889 Doetje van der Werf weduwe van Johannes Ettema
1882 Verkoop deel achtererf aan de gemeente Franeker t.b.v. nieuwbouw school
1870 Johannes Ettema
1848 Marijke Gorter echtgenote van Augustinus IJsselmuiden
1840 Geertje Annes Gorter, koopvrouw
1837 Op maandag 6 maart 1837 in het koffiehuis van Jan de Jager aan de breedeplaats te Franeker wordt in een openbare veiling te koop aangeboden door Trijntje Sikkes Brouwer weduwe van wijlen Pieter Sipkes van der Wal drijvende een wagenmakerij te Franeker voor zichzelf en als moeder en wettige voogdes over haar minderjarige kinderen Sikke en Lieuwe Pieters van der Wal en Anne Buwalda Kuipers apotheker te Franeker als toezoend voogd over de minderjarige kinderen en Aafke Pieters van der Wal ongehuwd en zonder beroep wonende te Franeker, een huis, tuin en erf staande en gelegen in de wijk EW 42 Kad. Nr. Sectie A 396,397 en 398, de stenen vloer liggende binnen dit huis op het portaal over een houten vloer welke schiet over een bedstee in het huis van Julius Mathijs van Beijma Thoe Kingma moet blijven liggen en door de eigenaar van het geveilde huis naar gehoren onderhouden moet worden, alsmede de goot tussen de beide huizen, de goot die over de zolder van het huis van Julius Mathijs van Beijma Thoe Kingma loopt en de goot ter zijde van dat huis waarlangs beide goten het geveilde huis het regenwater bekomt gezamelijk in onderhoud is, de goot aan de straat die massaal is leunt bij inschikking tegen de muur van de heer Thoolen, deze goot behoorde anders voor de helft tegen de muur van het geveilde huis, dat het riool van het geveilde lopende onder het ten westen staande huis van Poppe Andries Damhuis voor zoverre het langs de keuken van haar huis strekt en vervolgens naar het diept moet door de eigenaar van het geveilde huis onderhouden worden, het eerste bod wordt gedaan door Ane Buwalda Kuipers met fl. 652,- wat gelijk door Poppe Andries Damhuis kooltjer te Franeker verhoogd word naar fl, 692,- Op 20 maart 1837 in de herberg “Het wapen van Amsterdam ” bij de noorderpoort binnen Franeker wordt het bod van Poppe Andries Damhuis niet verhoogd en verklaard hij het samen te kopen met zijn huishoudster Geertje Annes Gorter, te betalen in vier termijnen op 1 mei en 1 november 1837 en 1 mei en 1 november 1838, Philippus Salverda stadsbode verklaard als getuige dat Poppe Andries Damhuis alleen getekend heeft met de letters P, A en D omdat hij die altijd gebruikt daar hij verder geen letters kan schrijven dat niet geleerd hebbende.