1781 Jan Wiebrens Tuinstra, hoveniersknecht en Jeltje Doedes Wierstra echtelieden tot Franeker, kopen op 18-04-1781 een deel van een huis bestaande uit vier kamers en een groot hof, staande en gelegen bij de Caldenbachs brug, direct vrij te aanvaarden, belast met actien, servituten, profijten en gerechtigheden als vanouds, aldus in koop bekomen van de hoog geleerde heer Gadso Coopmans, medicinae doctor en professor ordinaris aan lands academie te Franeker voor de somma van 800 cg te betalen in baar geld en klinkende munt zonder landschaps obligatien in twee termijnen op 12 mei en 12 november 1781
Archieven: Eigenaars
1781 nieuwbouw woonhuis op zuidelijk deel van hof
1781 Nicolaas Sjoek, castelein in het Heerenlogement en Maria Doré voor de ene helft en Willem van der Klas, mr. bakker en Tietje Douwes Wassenaar voor de andere helft en zo tezamen voor het geheel, kopen op 16-03-1781 een kostelijk en royal huis en een groot hof met een fraai zomerhuis, staande aan de stadsvesten, zijnde een achtkantige koepel, staande en gelegen achter het hof nabij de Caldenbachs brug, bij de verkopers laatst bewoond geweest, de losse goederen als zijnde bedplanken, standers, spijskamerborden en alle tuingereedschappen zullen op taxatie worden verkocht, de predikant Odolphi heeft het recht van waterlozing over het erf van dit pand, begerechtigd met een vrije doorgang en gebruik van de steeg ten westen voor toegang tot de tuin, vrij te aanvaarden op 12 mei 1781, belast met actien, servituten, lasten en gerechtigheden, alle kosten over deze verkoop als drukken der billetten, schrijven, advertentien, omroepen, trommelen, registratie en verteringen zijn voor de koper, aldus in koop bekomen van Elias Wigeri, procureur generaal van de landschappen Friesland, J.U. Doctor en professor juris ordonarus en Helena Binkes Sinnema, woonachtig te Leeuwarden voor de somma van 1525 gg en 20 stuivers te betalen in twee termijnen op 12 mei en 12 november 1781 in baar geld en klinkende munt (Koop gaat niet door wegens niaarrecht en eigenaar wordt Gadso Coopmans)
1756 De heer en meester Elias Wigerie, procureur generaal van de landschappen Friesland, J U Doctor en professor romani extraordinaris, en Hiltje Binkes Sinnema, echtelieden, koopt op 01-10-1756 een huis met hof en zomerhuis op de grachtwal, staande en gelegen op de Schilcampen, vrijelijk gebruik van de steeg naar de publieke straat, bij kopers als huurders bewoond en in gebruik, het hof strekt ten oosten tot het erf van Harmanus van Raijen, in gevolge van scheiding tussen verkopers als regonten en Hermanus Betzauw torenwachter als regonde gemaakt den 13 april 1744 hebbende de stadswal ten zuiden en ten noorden de algemene straat en diept verplicht te zijn om de staketten en de vrije ruimte te onderhouden en te repareren en voorts geen actie ondernemen tot elkanders last en quadigheden te doen, aldus in koop bekomen van Christianus Hendricus Trotz, J U Doctor en professor juris civil en publq. te Utrecht en mevrouw Sophia Johanna Stellingwerff, voor de somma van 5000 cg waarvan gelijk 3000 betaald moet worden in klinkende munt en het restant voor 12 mei 1757, kosten proclamatie en koopbrief 85 cg en 5 stuivers.
1748 Afbraak en nieuwbouw van deftig woonhuis met hof en zomerhuis
1741 Christianus Hendricus Trotz professor aan lands academie en Sophia0 Johanna Stellingwerf echtelieden binnen Franeker, kopen op 1-12-1741 een heerlijk en voortreffelijk groot huis met hof cum annexis en een voortreffelijk zomerhuis staande aan de stadswal staande en gelegen nabij het Proevenhuis op de Schilbank, bij de echtelieden kopers reeds bewoond en gebruikt, met de behangsels, staande en leggende haardplaten en de staande en liggende borden in de spijskamer, de kopers zijn verplicht tot het vernieuwen en repareren van het hek strekkende van achter het bezemhokje tot aan de uitgang van de deur naar de steeg, belast met actien, lasten, servituten en gerechtigheden, de kopers zullen gehoor moeten geven aan de acte van 7 november 1741 waarin opgenomen dat er met de buren op vriendschappelijke en goede nabuurschap moet worden omgegaan en er zich geen kwaadaardigheden zoals vroeger zullen voorvallen, aldus in koop bekomen van Poppius Roorda Brouwer, secretaris der academie en Elisabeth Magdalena Badenkop voor de somma van 4000 cg bij de som is inbegrepen 200 cg voor de behangsels te betalen in baar geld en klinkende munt in twee termijnen op 12 mei en 12 november 1742.
1737 Poppius Roorda Brouwer, secretaris van lands academie hier ter stede, koopt op 12-10-1737 een huis cum annexis, staande en gelegen in het nieuwe hof, bij Hans Jeltes als huurder bewoond tot 12 mei 1737, belast met onderhoud van straat, reparatie aan de wallen, slatten van het diept, bruggen, pijpen etc. en lantarengeld, hebbende met het naastgelegen huis ten oosten door de koper gekocht een mandelige gevel, steeg en put, de staketten tussen het erf en gerechtigheid van de waterlozinge op de plaats van het huis komen voor onderhoud van de koper en zal een nieuw en bekwaam rooster over de lozinge aangebracht moeten worden en ook het onderhoud van het perk ten westen in voor de koper, hebbende mede een vrije opslag voor turf in de steeg, de losse goederen zullen in de koop versmelten, aldus in koop bekomen van Minke Douwes, Minke Jans huisvrouw van Jan Harmens, liefke Jans huisvrouw van Wouter Feikes, Berentje Jans gesterkt met haar man Joeke Rintjes en Minke Thijssens, allen te Leeuwarden woonachtig allen erfgenamen van Sjoukje Minkes weduwe van wijlen Harmen Hendriks voor de somma van 140 gg te betalen in baar geld en klinken munten in een termijn bij het passeren der koopbrief.
1726 Sjoukje Minkes weduwe van wijlen Harmen Hendriks koopt op 17-05-1726 een schone woning, staande en gelegen binnen dezer stad aan het proeveniershuis, belast met quoteel onderhoud van straat, wallen, bruggen, hebbende met de kopers woning ten oosten een mandelige muur, gevel en put en alzo een stahaagje tussen beide en gerechtigheid van de waterlozinge over de plaats ten oosten en het rooster bekwaam schoon te houden en de waterlozinge ten oosten gezamelijk te onderhouden en te repareren, de stahagen van het grote hof ten zuiden is tot last van de heer Brouwer maar de struik ten westen aan de steeg is ten laste van dit huis, hebbende mede de gerechtigheid van vrije opslag in de steeg van wanmeerse turfen en verder onder conditien dat de verkoper in zijn tegenwoordige bewoonde kamer een geheel jaar mag blijven wonen en daarvoor de huur zal betalen, de verkoper is verplicht om de reeds begonnen reparatie aan de wal op zijn kosten te betalen, aldus in koop bekomen van Johannes Woest woonachtig tot Franeker voor de somma van 215 cg te betalen in een termijn in baar geld en klinkende munt bij het tekenen de koopbrief op 7 juni 1726.
1721 Johannes Woerts burger binnen Leeuwarden koopt op 12-04-1721 een schone woning cum annexis, bestaande uit een kamer, keuken, tuintje en zomerhuis, alwaar Janke Pieters in is verstorven, staande en gelegen alhier ter stede Franeker bij het proeveniershuis, belast met het quoteel onderhoud van pijpen en bruggen, hebbende met de verkopers woning ten oosten staande muur, gevel, put en staketten een gerechtigheid van waterlozinge over de plaats ten oosten zoals het nu is met een bekwaam rooster en beide behoorlijk moeten onderhouden, de staketten van het grote hof ten zuiden zijn ten laste van de heer Schultetus, maar het stek ten westen aan de steeg komt ten laste van dit huis, hebbende een vrije opslag van turf in de steeg, bezwaard met drie jaren verhuur aan Minne Hendriks de doodbidder ingegaan op 12 mei 1721 voor 20 cg jaarlijkse huur, aldus in koop bekomen van Chrispinus Stellingwerff oud burger hopman en mr koperslager thans wonende te Leeuwarden voor de somma van 157 gg te betalen in klinkende munt zonder landschaps obligatien in een termijn op 12 mei 1721.
1720 Chrispinus Stellingwerf oud burger hopman en mr koperslager binnen Franeker koopt op 24-03-1720 een schone woning cum annexis, bestaande uit een kamer, keuken, tuintje en zomerhuis, staande binnen Franeker bij het proevenhuis alwaar Janke Pieters is verstorven, belast met het quoteel onderhoud van de brug, hebbende met de verkopers woning ten oosten staande muur, gevel, put en staketten een gerechtigheid van waterlozinge over de plaats ten oosten zoals het nu is met een bekwaam rooster en beide behoorlijk moeten onderhouden, de staketten van het grote hof ten zuiden zijn ten laste van de erven van Elisabeth Horreus maar het stek ten westen aan de steeg komt ten laste van dit huis, hebbende een vrije opslag van turf in de steeg, aldus in koop bekomen van Hieke Douwes huisvrouw van Pieter Jarichs voerman in de dorpe Paesses, Froukje Sjoerds huisvrouw van Tjeerd Doekes smalschipper, Jeltje Sjoerds huisvrouw van Johannes Wopkes hoedenmaker en Geertje Andries huisvrouw van Gilbartus Harmens mr blikslager allen te Franeker en Pietje Andries meerderjarige dochter gezamelijk erfgenamen van hun moeder Janke Pieters voor de somma van 130 gg te betalen in klinkende munt en geenzins met landschaps obligatien in twee termijnen op 12 mei 1720 en 1721.
1707 Janke Pieters weduwe van Sjoerds Lieuwes Swiens
1930 Afbraak