Archieven: Eigenaars

1708 Janke Anes Aenea te Sint Jacobiparaochie

1808 Jacob Jans, koopman, en Jetske Leeuwkes, weduwe van Wobbe Roels, wonende op het westvliet, kopen op 25-03-1808 een dubbel huis staande op de laene van de diaken der Ned. Herv. gemeente.

1936 Jeltje Draijer, huishoudster te Leeuwarden

1920 Op 19 juli 1920 Douwe Buma kleermaker wonende te Gravenhage voor zich en als algeheel gemeenschap van goederen getrouwd met Geertje du Bois, Pieter du Bois junior timmerman wonende te Muskegon in de staat Michigan noord amerika, Hidde du Bois timmerman en aannemer wonende te Franeker en Gerard Du Bois beton fabrikant wonende te Leeuwarden, Jan du Bois machinist wonende te Rochester in de staat New York N. A. verklaren dat volgens acte van 23 augustus 1913 zij de enigste erfgenamen te zijn van Pieter du Bois senior overleden op 30 maart 1920 te Franeker allen voor een 5de gedeelte, van een woonhuis met timmerwerkplaats staande aan de zuiderkade Kad. Nr. Sectie A 2236 en vier arbeiders woningen met bleek staande aan de zuidertkade Kad. Nr. Sectie A 1914 en 2260, de waarde van het woonhuis met timmerwerkplaats wordt geschat op fl. 5200,- de losse goederen hierbij behorende worden geschat op fl. 3450,99, de waarde van de vier woningen aan de zuiderkade zijn fl. 1289,- en 1139,- waarna in overleg met erfgenamen en notaris de huizen worden gekocht door Hidde du Bois wonende te Franeker.

1901 Op maandag 9 December 1901 in het “Hof van Holland ” bij castelein Postma te Franeker wordt in een openbare verkoping te koop aangeboden door Marius Johannes Deel wonende te Franeker als gelastigde van Bouwe Bölger thee handelaar wonende te Bolsward een burgerhuis met bleek staande aan de zuiderkade in wijk EW 100 te Franeker Kad. Nr. Sectie A 1915, dit pand heeft, zolang het water daarvan blijft afvloeien recht van mede gebruik onder verplichting tot mede onderhoud van de regenwaterbak aanwezig in de bleek van het pand EW 60 Kad. nr. 1914 en met meer anderen het masale gebruik van de put aanwezig op het erf van Pieter van Loon, het 2de perceel; twee arbeiders woningen met een gemeenschappelijke gang en bleek EW 60 Kad. Nr. Sectie A 1914, tot 12 mei 1902 is de zuidelijke woning in huur bij Johannes Baukema en het noordelijk woning bij Cornelis Kuperus voor 90 cent in de week, deze panden hebben het mede gebruik en onderhoud van het privaat aanwezig op de noordwest hoek van het 3de perceel en met meer anderen het masale gebruik van de put aanwezig op het erf van Piet van Loon, de bewoners van het 1ste en 3de perceel hebben het mede gebruik en onderhoud van de put zolang hun water daarin blijf afvloeien, het 3de perceel; twee arbeiders woningen met een gemeenschappelijke gang en bleek EW 59 Kad. Nr. Sectie A 1913, staande te noorden van EW 60, hebbende mede gebruik van het privaat staande op de noordwest hoek thans in eigendom van Christaan Schuitmaker, de zuidelijke woning in huur bij Kasper Tuinstra en de noordelijke woning bij Klaas Koopmans voor 90 cent per week, de bewoners hebben het mede gebruik en onderhoud van de put zolang hun water daarin blijf afvloeien, perceel 1, 2 en 3 hebben het recht van overpad van en naar het west over het erf van Pieter van Loon, langs het bestrate pad dat langs ieder perceel loopt en bij ieder perceel in onderhoud behoort voor zover het langs het perceel loopt, dit pad dient ook voor derden als toegang naar de zuiderkade, de stekjes rond de bleken zijn masaal in onderhoud evenals de dakgoten die naar de regenwaterbak lopen zijn masaal in onderhoud uitgezonderd de goot die loopt voor aan het 1ste perceel, de reparatie of vernieuwing komt ten koste van het 1ste perceel, op het 1ste perceel wordt door Reinder Mollema koperslager wonende te Franeker fl. 1295,- geboden, op het 2de perceel bied Pieter Du Bois timmerman wonende te Franeker fl. 1151,- op het 3de perceel wordt door Broer Soolsma visserman wonende te Franeker fl. 950,- geboden. Op maandag 23 December 1901 in café “De Belt” van castelein Gerrit Bijlsma wordt het bod op het 1ste perceel niet verhoogt en finaal toegewezen aan Reinder Mollema die verklaard het bod te hebben gedaan als gelastigde van Dirk Spoelstra schoenmaker te Franeker, het 2de en 3de perceel bied Pieter du Bois door samenvoeging fl. 2150,- waarna de finale toewijzing aan hem wordt gedaan, de kopers kunnen de percelen aanvaarden op 12 mei 1902 en betalen in hier gangbaar geld acht dagen na de finale toewijzing.

1878 Op maandag 21 October 1878 wordt in de herberg “De Roskam” te Franeker in een openbare verkoop te koop aangeboden door Leffert Heringa deurwaarder als gelastigde van Dirk Baukes Kuurstra timmerman wonende te Franeker, een winkelhuis met achterhuis, bleekveldje en erf, hebbende een steeg ten westen met de naasteleger, staande en gelegen op het west van Franeker in de wijk EW 48 Kad. Nr. Sectie A 1248 en1104, het voorhuis is in huur bij Christiaan Schuitmaker voor fl. 130,- per jaar, en het achterhuisje in huur bij de weduwe van Jochum Spoelstra en anderen voor fl. 88,40 per jaar, de put op het erf van dit huis en de naasteleger ten westen is massaal in gebruik en onderhoud met de naasteleger ten oosten en met de eigenaars van de achter gelegen woningen uitmakende de percelen twee, drie en vier, de tegelbank met kastje en stelling in het voorhuis aanwezig zijn eigendom van de huurders en is niet bij de koop inbegrepen, de koper is verplicht de bewoners van die percelen ten alle tijde de nodige toegang tot de put te verlenen, de regenwaterbak op het erf van dit huis is massaal met de naasteleger ten westen, de koper mag een afscheiding stek met daarin een deur maken vanaf de zuidoosthoek van het achterhuisje nr 1104 tot de noordwesthoek van het volgende perceel, een woning bevattende twee kamers met een bleek voor zover die langs de woning sterkt, staande en gelegen achter het perceel EW 48 zijnde 48a Kad. Nr. Sectie A 1247, hebbende een schoorsteen massaal met het volgende perceel, belast met het onderhoud van het pad, in huur bij Fokele Obbema en Rein van der Veen voor fl. 104,- per jaar, een woning bevattende twee kamers met een bleek voor zover die langs de woning sterkt, staande en gelegen naast het vorige perceel EW 48a Kad. Nr. Sectie A 1246, hebbende een schoorsteen massaal met het vorige perceel en met het volgende perceel, in huur bij de weduwe Lapstra en Feitze IJsbrand voor 104,- per jaar, een woning bevattende een kamer met een bleek voor zover die langs de woning sterkt, staande en gelegen naast het vorige perceel EW 48a Kad. Nr. Sectie A 1245 in huur bij Melle de Vries voor fl. 52,- per jaar, de kopers van perceel twee, drie en vier zijn verplicht om na de dag der aanvaarding een secreet te bouwen en onderhouden tegen de zuidelijke muur van het achterste huisje nr. 1104 en de opgang naar de stadswal open te houden voor de bewoners, de hoed en noed van de woningen gaan direct over op de kopers, het eerste bod op 1ste perceel wordt gedaan door Jelke Kreger brood en kleinbakker wonende te Franeker met fl. 1932,- op het 2de perceel wordt fl.1017,- door geelke Swart winkelier te Franeker, op het 3de perceel bied Sjouke Swart castelein te Franeker fl. 1018,- , op het 4de perceel wordt fl. 612,- geboden door Gerrit Brouwer timmerman wonende te Franeker. Op maandag 4 November 1878 in het logement ” De Valk” te Franeker wordt het bod op het 1ste perceel verhoogd naar fl. 2092,- het 3de perceel naar fl. 1038,- en het 4de perceel naar fl. 742,- in totaal fl. 4889,- waarop Bouwe Bölger koopman te Franeker het totaal bedrag verhoogd met fl. 1,- naar 4890,- waarna er geen bod meer wordt gedaan en de finale toewijzing van de vier percelen aan Bouwe Bolger wordt gegeven, te betalen in alhier gangbare klinkende munten of bankpapier op 1 mei 1879.

1877 Bauke Johannes Kuurstra timmerman wonende te Franeker verklaard op 08-03-1877 verkocht en over gedragen te hebben aan zijn zoon Dirk Baukes Kuurstra timmermansknecht wonende te Franeker, een huis met erf staande en gelegen op het west te Franeker in de wijk EW 48 Kad. Nr. Sectie A 1104, 1245, 1246, 1247 en 1248 hebbende een vrije steeg ten westen en een massale regenwaterbak en put met de naasteleger, het verkochte wordt over gedragen zo goed en kwaad het is, met lasten en lusten, servituten en gerechtigheden, de lasten zullen op 12 mei 1877 overgaan op de koper, de kosten van deze verkoop en overdracht zijn voor de koper, alzo verkocht en gegeven voor de somma van fl. 3200,- te betalen op 1 mei 1877.

1865 Nieuwbouw van een dubbel woonhuis op achtererf, zie Kad. nrs. 1245 en 1246

1859 Ate Jorritsma blauwverver wonende te Heerenveen verklaard op 11-05-1859 verkocht te hebben en volgens de wet heeft over gedragen aan Johannes Baukes Kuurstra timmerman wonende te Franeker een huis met tuin en erf staande en gelegen in de wijk EW 48 binnen Franeker Kad. Nr. Sectie A 406, hebbende een vrije steeg ten westen en een massale regenwaterbak en put met de naasteleger, het verkochte wordt over gedragen zo goed en kwaad het is, met lasten en lusten, servituten en gerechtigheden, aldus verkocht en gegeven voor de somma van fl. 1000,- te betalen in een termijn bij het tekenen der koopbrief.

1924 Op donderdag 4 maart 1824 in het heerelogement staande in de wijk TW 53 te Franeker wordt in een publieke verkoping te koop aangeboden door Gerben Reinders de Groot slager te Franeker als eigenaar van de helft en Froukje Gerrits van der Burg zijn huisvrouw, Hinke Gerrits van der Burg huisvrouw van Wiepke Hobbes Bruinsma kooltjer, Fokke Gerrits van der Burg arbeider, Geert Gerrits van der Burg arbeider en Pieter Gerrits van der Burg arbeider allen wonende te Franeker, allen erfgenamen van wijlen hun vader Gerrit Geerts van der Burg in leven woonachtig te Franeker en Trijntje Jacobs Metzelaar de weduwe doch thans gehuwd met Ale Allerts Kramer koopman wonende te Franeker, de moeder wettig geregistreed als voogdes over Trijnje, Antje en Jacob Gerrits van der Burg haar minderjarige kinderen in vorige echt verwekt, allen erfgenamen voor het geheel, een huis met tuin en erf staande en gelegen in het west te Franeker in de wijk EW 48 thans door mede eigenaar Gerben Reinders de Groot en anderen bewoond, het eerste bod wordt gedaan door Dirk van der Kam koopman te Franeker met fl. 327,25. Op donderdag 18 maart 1824 in het heerelogement staande in de wijk TW 53 te Franeker wordt het bod verhoogd tot 340,25 door Yme Faber bakker te Franeker waarop Ate Jorritsma het bod verhoogd naar fl. 243,25 waarna het bod niet meer wordt verhoogd en finaal wordt toegewezen aan Ate Jorritsma te betalen in goed gangbare en klinkende munten in een termijn bij het tekenen der koopbrief.

1818 Taekle Doedes Bootsma, koopman en distillateur te Franeker verklaard op 22-12-1818 verkocht en over gedragen te hebben aan Gerrit Geerts van der Burg kooltjer en Gerben Reinders de Groot slachter beide te Franeker woonachtig, een huis met hof staande in de wijk EW 48 binnen Franeker, door Cornelis Hemmes en anderen als huurders bewoond tot 12 mei 1819, nadien vrij te aanvaarden, wel dienen de kopers de vereiste opzegging aan de huurders op tijd te doen, voorzien van een mandelige regenwaterbak en put voor dit huis en de naasteleger ten westen, de hoed en noed gaan dadelijk over op de kopers, het huis wordt verkocht met genietende en lijdende gerectigheden en bezwaren en voor en nadelen en het onderhoud van straat, wallen, bruggen, staketten en waterlozinge, aldus verkocht en gegeven voor de somma van fl. 550,- te betalen in alhier gangbaar grof zilvergeld in vijf termijnen op 12 mei 1819 fl. 200,- en op 12 mei 1820 fl. 100,- op 12 mei 1821 fl. 100 op 12 mei 1822 fl. 100,- op 12 mei 1823 fl. 50,-

1800 Taekle Doedes Bootsma, koopman en distillateur te Franeker, koopt op 11-12-1800 een huis en hof staande op het west te Franeker, bij Jan Spaan als huurder bewoond en gebruikt tot 12 mei 1801 en daarna vrij te aanvaarden, begerechtigd met een vrije steeg ten westen waarin de naastleger een waterlosing heeft, alsmede een mandelige put en waterbak, belast met actien, servituten, lasten en gerechtigheden en het onderhoud van straten, wallen, staketten, waterlozinge en muren, de kosten van proclamatie en verkoop komen na de finale palmslag voor de koper, de losse goederen zullen na de palmslag op taxatie over genomen moeten worden en direct met klinkende munt betalen, aldus in koop bekomen van Simon Cocq, voorheen advocaat voor den Hove van Friesland te Leeuwarden voor een helft en Gerarda Cocq te Leeuwarden voor de wederhelft voor de somma van 550 cg te betalen in twee termijnen op 12 mei 1801 en 1802 in klinkende munten zonder lands obligatien.