Archieven: Eigenaars

<p>Beschrijving</p>
1893 Ebelia Brandsma weduwe van Jildert Jellema
1878 Verbouw, westelijk deel pand ,was koetshuis, wordt verbouwd tot zelfstandige woonhuis, zie voorstraat nr. 41 en afbraak achterhuis
1877 Jildert Jellema, ijzerkramer
1812 Johannes Antonie Lotze hoogleraar aan de universiteit te Franeker verklaard op 24-01-1812 verkocht en in ware eigendom over gedrgaen te hebben aan de heer Jelle Banga medicinae doctor en burgemeester wonende te Franeker een heerlijk en voortreffelijk huis met hof en al zijn toebehoren staande aan de voorstraat in de wijk EW 19 te Franeker, bij de verkoper bewoond en in gebruik, begerechtigd met het vrije gebruik van de steeg ten oosten, voorts met lasten en servituten zowel lijdende als genietende zoals van ouds, belast met het onderhoud van straat en wal en quoteel onderhoud van pijpen, staketten, de losse goederen bij het huis behorende zullen in de koop versmelten, de kosten van deze verkoop als het schrijven van het koopcontract en zegels, registratie, afschriften, verteringen en alles wat er meer kan wezen zijn voor de koper, aldus verkocht en gegeven voor de somma van fl. 3300,- hollandsch geld of 6940 francs te betalen in goed en vrij geld in een termijn dadelijk bij het tekenen de koopbrief.
1805 Johannes Anthonij Lotze, predikant aan de Maartensdijk onder de gerechte van Oostzee en beroepen professor te Franeker, koopt op 05-02-1805 een huis met erf en grond, staande en gelegen aan de voorstraat tot Franeker, bij Professor J.H. Swildens als huurder bewoond en gebruikt tot 12 mei 1808 daarna vrij te aanvaarden, aldus in koop bekomen van Hobbe Lemke, predikant te Wier, erfgenaam van wijlen zijn huisvrouw Titia Haitsma voor de somma van 4500 cg te betalen in twee termijnen op 1 mei 1805 en 1806 in klinkende munt en zonder lands obligatien.
1785 Titia Haitsma en Hobbe Hanses Lemke, predikant te Wier
1770 Ageus Haitsma, predikant te Midlum
1766 Johannes Haitsma, oud burgemeester, koopt op 04-02-1766 een huis, achterhuis en hof, staande en gelegen aan de Voorstraat binnen Franeker, de losse goederen zijde de bedsteeplanken, schoorsteen en spijskamerborden, tinkast en ijzeren roeden zullen in de koop versmelten, begerechtigd met een vrij gebruik van de steeg ten oosten, alsmede begerechtigd om vrij water te putten uit de put op de plaats voor de stal van het huis van de heer Isaac Telting, van welke de gerechtigheden het onderhoud komt de eigenaar van het huis ten oosten en dit huis, begerechtigd met lichtscheppinge door de zes bovenvensters staande in het achterste gebouw in de oostelijke muur vroeger de oranjerie genaamd echter zonder dat het huis en tuin ten oosten daar hinder van ondervindt, daarentegen moeten de benedenvensters dicht gemetseld worden en blijven, voorts belast met actien, servituten, lasten, profijten en gerechtigheden als van ouds voor met het onderhoud van mandelige muren, straten, wallen, staketten en waterlozinge direct in te gaan na de finale palmslag, als dus in koop bekomen van de hoog geleerde heer Bavius Voorda, professor in de rechten aan lands academie te Leiden voor de somma van 1825 gg en 7 stuivers te voldoen en te betalen in baar geld en klinkende munten in twee termijnen op 1 mei 1766 en 1667.
1761 Bavius Voorda, hooggeleerde professor in de rechten aan lands hogeschool te Franeker, koopt op 07-11-1761 een huis met hof, bomen en en planten en orangerij, staande en gelegen aan de voorstraat, de losse goederen bij dit huis behorende zullen in de koop versmelten, uitgezonderd de zonnewijzer en de paardestal in de tuin en een losse plaat met koperen voeten die in de achterkamer staat, begerechtig met een vrije steeg ten oosten en de put op de plaats voor de stalling van het huis van de heer Telting waarvan het onderhoud van beide gerechtigheden voor de koper en de heer Telting komt, bij wijlen de oud secretaris Jacobus Scheltema en wijlen Sjouke Harkema bewoond geweest, de benedenvensters in de orangerij met zicht op de tuin van Isaak Telting zijn op kosten van de verkoper dichtgemaakt met de zogenaamde koeluiken, als de koper dit wil moet er op kosten verkoper nieuwe glasvensters worden gemaakt die alleen naar binnen open kunnen slaan, belast met actien, servituten, lasten, profijten en gerechtigheden als van ouds voor met het onderhoud van mandelige muren, straten, wallen, staketten en waterlozinge, aldus in koop bekomen van Cornelis Scheltema J U doctor en secretaris der stede Franeker voor de somma 3200 cg te betalen in baar geld en klinkende munt en geenzins met landschaps obligatien of anders voor geld gaande papieren in twee termijnen op 1 mei 1762 en 1763.
1737 Jacobus Scheltema, secretaris der stede Franeker
1731 Titia Bogarda, weduwe van Suffridus Westerhuis
1695 Afbraak en nieuwbouw royaal woonhuis met achterhuis en hof