Archieven: Eigenaars

<p>Beschrijving</p>
1889 Rijks waterstaat
1889 Eeltje Feikema, koopman
1851 Verlenging aanbouw achter voormalig koetshuis zuidoost zijde d.m.v. nieuwbouw
1842 Gijsbertus Schot, advocaat
1831 Jan Willem Ermerins, hoogleraar
1761 Henricus Johannes Arntzenius, J U D rector en gymnasia der latijnse scholen te Leeuwarden en Rachel Cannegieter
1743 Clara Christina Borrebach, weduwe van Petrus Laan
1738 Petrus Laan professor theologie aan de academie te Franeker koopt op 02-05-1738 een heerlijk en deftig huis met hof achter lopende tot aan de scheidsloot, staande en gelegen op de voorstraat naast de boterwaag, voor enige tijd door Wijntje Rost en de koper bewoond, aldus in koop bekomen van Judith Margaretha van Crytenburgh gesterkt met haar man Reinier Block koopman te Harlingen voor de somma van 1101 gg te betalen in baar geld en klinkende munten in drie termijnen op 12 mei 1738, 1739 en 1740.
1725 Theodorus van Krijttenburgh, medicinae doctor te Harlingen en Anna Swaga
1940 Verbouw tot slagerswinkel
1939 Jacob Sijbe Terpstra, slager
1916 Op maandag 17 januari 1916 in cafe “De Nieuwe Doelen” van de heer de Jong te Franeker wordt in een openbare veiling te koop aangeboden door Anna Catharina Sietske Fontein weduwe van de heer Addick Adrianus Land wonende te Haalem in de Jordenstraat 39, Catharina Eleonora Boudina Fontein weduwe van de heer Johannes Melius Selhorst wonende te Nijmegen Barbarossastraat 66, erfgenamen van wijlen Aaltje Fontein weduwe van de heer Adolph Johannes Cornelis Tellegen, de kopers zullen binnen acht dagen na de finale toewijzing moeten betalen boven de koopprijs de kosten van voorbereiding der verkoop, advertenties, kadastrale stukken, recht van zegel en registratie, overschrijving, salaris van de notaris en de verteringen, het perceel kan in gebruik en genot worden aanvaard op 1 maart 1916, de gaskronen, gaspitten en de spiegels los en vast en verder alle lichamelijke roerende zaken zijn niet bij de koop inbegrepen, de afscheiding tussen plaats en tuin van dit perceel en die van het tegelijk hiermede verkocht geworden naastliggende perceel Kad. Nr. 2220 zal moeten bestaan uit een houten schutting ter hoogte van 1 meter en 80 cm welke bij dat perceel in eigendom em onderhoud zal zijn, de koper van het peceel Kad. Nr. 2220 zal op zijn kosten een afscheiding binnenshuis tussen zijn perceel en perceel Kad. Nr. 2219 moeten maken door het bestaande trapgat bezijden het kantoor tot genoegen van de koper van perceel 2219, door doortrekken van de aanwezige de vloer waardoor het ontstane portaaltje over de trapruimte bij perceel nr. 2219 zal komen, de muren hebbende bij beide percelen zijn massaal in onderhoud, de trap in perceel 2219 lopende over een der kasten in het perceel 2220 zal daar op bestaande voet mogen blijven, de welwaterput liggen in perceel 2219 en 2220 is massaal zo dat elk der percelen het recht hebben door middel van een pijp met pomp daaruit water te trekken, perceel 2219 blijft gerechtigd tot waterlozinge over het terrein van perceel 2220, het eerste bod wordt gedaan door Siebe Riethorst koopman wonende te Franeker met de somma van fl 4703,- die verklaard het bod te hebben gedaan als gelastigde van Friedrich ten Kate hoofd van de openbare school te Franeker, te betalen op 3 april 1916 in een termijn.