Breedeplaats 2
A-23-02-01533
A-23-02-01533
“Klokgelui klinkt over de stad, het hoogtepunt van den dag is in aantocht, de onthulling van het gedenkteeken voor Eise Eisinga.
Daar, op een der mooiste en meest typische plekjes van oud Franeker, vlak bij de Martinikerk, staat het gedenkteeken, nu nog voor de oogen der toeschouwers verborgen, maar straks zal het een sieraad voor de oude academiestad zijn.
DE OMHULLING VAN HET MONUMENT. ’t’ Groote oogenblik van den dag was de onthulling van het mooie, eenvoudige monument op de Breedeplaats. Zoodra de klokken van den toren waren gaan luiden stonden de Commissaris der Koningin, de leden van de comités en de afstammelingen, die in hotel de Koornbeurs vereenigd waren, op en wandelden in optocht door de bevlagde straten en langs de vele, vele menschen naar het plein. Nadat de klokken zwegen trad de Commissaris der Koningin mr. P. A. V. BARON VAN HARINXMA THOE SLOOTEN naar voren en sprak als volgt
Het was zeker een goed denkbeeld van het Eise Eisinga comité de herinnering van de hulde heden aan de nagedachtenis van Eise Eisinga gebracht, mede in het aandenken der elkander opvolgende geslachten vast te houden door de tot stand brenging van het steenen gedenkteeken. dat ik zoo dadelijk ga onthullen. Wel is door den aankoop van het planetarium door het Rijk, op initiatief van koning Willem 1, het voortbestaan van dit kunstwerk menschelijkerwijs gesproken verzekerd, maar het is alleszins verstaanbaar, dat de Franeker ingezetenen er prijs op stellen ook op andere, ik zou willen zeggen, meer opzettelijke en publieke wijze, van hunne vereering voor hun nu een eeuw geleden heen geganen grooten burger te getuigen. Ik verheug mij in deze gemoedsgesteldheid, omdat ik daarin zie een bewijs van nationalen zin. Een hooghouden van de groote tradities, die de stad Franeker als een der oudste Friesche steden en vroegere bezitster van een wijd vermaarde academie sieren. Mogen de gevoelens, welke het Franeker gemeentebestuur tot zijne deelneming in deze plechtigheid bewogen, nog tot in lengte van dagen levend blijven, dan twijfel ik niet of dit monument is in goede handen en zal de verzorging genieten, den man aan wiens nagedachtenis het is gewijd, waardig. De stad Franeker zal dan voorts een waardige plaats blijven innemen tusschen hare zusteren. Met den wensch, dat liet alzoo moge gaan, draag ik dit gedenkteeken, dat ik bij dezen onthul, aan u, gemeentebestuur van Franeker, over.
Meteen knipt spreker het doek los. ‘T Gordijn viel en op ’t zelfde oogenblik dat ’t monument zichtbaar werd. was ’t algemeen oordeel geveld, Bewondering van alle kanten. — „Wat is dat mooi. Dat lééft”. Het is ook mooi. Van eenvoudig, sterk materiaal is hier eer; monument gebouwd, mooi van lijn, passend in de omgeving en bij ’t karakter van den man wien ter eere het werd opgericht. De kleur van de steen is donkerrood met nuances van blauw en groen en geel. Aan den voet zijn bloembakken gemetseld, waarin fonteintjes verborgen zijn. In ’t midden de bronzen plaquette met ’t goed gelijkend gezicht van Eisinga. Achter het monument slaat een boomengroep, wat ’n prachtigen achtergrond geeft. Als nu straks het transformatorhuisje, ( was brandweerkazerne voor brandspuit nr. 1) een twintigtal meters vóór ’t monument, nog is opgeruimd, is het daar een héél mooi hoekje.
Namens de gemeente Franeker, namens de burgerij en ook namens de Franeker jeugd verklaarde de burgemeester, dat het monument met zorg en eerbied zal worden onderhouden.
Vervolgens trad naar voren de heer N. Ottema, notaris te Leeuwarden, die namens het Friesch Genootschap een krans naast het monument legde en den heer Havinga dank zegde, voor het vele dat door hem in dezen gedaan was. Terwijl, op de hooge trappen, de fotografen druk in actie zijn om het monument te fotografeeren, worden de ontwerpers, de heer van Dordt, gemeentearchitect van Franeker de heer Adema, van Leeuwarden, die de plaquette vervaardigde, en de metselaars, vader en zoon Catz, die steen voor steen het monument opbouwden, aan de Commissie voorgesteld. lntusschen had zich onder een van de hooge kerkramen een zangkoor opgesteld. De wind was echter zoo geweldig, dat, evenals van de rede van de meeste menschen niets of af en toe slechts eens een enkel woord, verstonden, wat wel heel jammer was.”
Beschrijving: | Onthulling van het monument ten nagedachtenis van 100 ste sterfdag van Eise Jeltes Eisinga [Lees meer] |
Datering: | 27-08-1928 |
Collectie: | Vermei. G |
Aanwezig in het HCF?: | JA |
Bron: | Guido Vermei |
Kadasternummer: | A 658 |
Pand op foto: | Breedeplaats 2 |