Fontein­straat

A-13-04-00289

Beschrijving:"STIJFSELFABRIEK In 1728 deden de broers Adrianus en Hendrikus Altena, zilversmid en lakenkoopman een verzoek aan de staten van Friesland om een stijfselfabriek in Franeker te mogen oprichten en het octrooi daarvoor te verkrijgen. Ze hadden daarvoor reeds een stuk land gekocht van de erven van Duco Martena van Burmania. Het land was gelegen nabij de Sexbierumervaart. Het verzoek werd echter afgewezen. Op 27 januarie 1729 overleed Adrianus. Zijn twee zonen Gijsbert en Sieds verkochten het land in 1734 aan Johannes Haijes Haitsma. In 1730 werd door de heren Albertus Lyclama a Nijeholt secretaris der stad Franeker, Harmanus Gonggrijp, burgemeester van Franeker, Harmanus Portier, koopman te Harlingen, Frans Piers Reinsma, koopman te Franeker en Johannes Haijes Haitsma, leerlooier te Franeker een verzoek ingediend bij de staten om te komen tot de oprichting van een stijfselfabriek met octrooi. Het verzoek werd op 3 maart 1731 ingewilligd voor een periode van 5 jaar. Het oude tichelwerk aan de sexbierumervaart werd afgebroken behalve de ovens. Maar het duurde nog tot 1735 voor de fabriek in gebruik werd genomen. Het idee om een stijfselfabriek te beginnen kwam van Harmanus Jelles Portier, een koopman uit Hoorn die door zijn huwelijk met de Harlingse Froukje Klases Braam aldaar terecht was gekomen. In Noord Holland stonden vele van dit soort fabrieken. De fabriek moest direct aan het water staan omdat dit gebruikt moest worden voor de productie en transport. Ook mede bepalend voor de plaats was de aanwezigheid van een natuurlijke wel die ten westen van het oude tichelwerk lag. (Lag aan de zuidkant van de huidige speeltuin) De ovens van het oude tichelwerk werden gebruikt om water te verwarmen wat nodig was voor de fermentatie. Het ging voorspoedig met de productie en er werkten ruim 30 man in de fabriek ondanks dat de leerlooier Johannes Haitsma zich kort na de opening terug trok en zijn financieel aandeel terug eiste omdat hij van plan was een lijmziederij en leerlooierij op te richten. Pas in 1827 werd de stijfselmakerij eigendom van Ludolph Reinier Fontein, fabrikant die koopt voor fl. 2925 de stijfselmakerij van Elisabeth Waardenburg. In 1831 wordt de stijfselmakerij verbouwd tot panwerk alsmede nieuwbouw panwerk ten westen."
Collectie:Miedema. W
Aanwezig in het HCF?:JA
Bron:Willem Miedema
Thanks!

Uw bijdrage betreft :