Adam Hendrikus Duiff

Adam Hendrikus Duiff

Haar ouders waren Niclaas/ Nicolaas van Meurs en Elsien/ Elsjen Claassen/ Klaasen (getrouwd 17 mei 1740 Groningen). Adam overleed in Leeuwarden. Het huis dat de kinderen Duiff erfden, stond aan de Prins Mauritsbrug in Franeker, bewoond door Simon Feddes (Heerenracht 54). Het huis werd verhuurd. Twee vijfde deel voor de kinderen Duiff en drie vijfde voor de voogden, voor het weeshuis. Er volgden nog wat rekeningen vanaf 1790, voor b.v. een glazenmaker, verver, timmerman, kalk. De heer Simon Feddes, die het huis bewoonde waarvan de eigenaar was Adam Duiff, betaalde jaarlijks een bedrag voor de huur van het huis aan de erven Duiff. Er ligt een origineel gedicht in het Historisch Centrum Leeuwarden geschreven rond 14 maart 1787, gemaakt door Adam Duiff voor Catharina Elisabeth Huber, dochter van Johannes Lambertus Huber. Ter gelegenheid van haar achtste verjaardag. Zo speciaal om dit te vinden in het archief.
Was Adam de privé-schoolmeester van Catharina? De tekst luidt:
Op den Verjaardag
Van de E. Jonge Juffer
Catharina Elisabeth Huber
Toen zij de ouderdom van
8 Jaar bereikte, den 14 maart
1787
‘k heb wel dubbeld Hogen Reden,
Om mijn pen en Hert en mond,
Tot U Lof te gaan besteeden,
Op dees U geboortestond,
Met te wenschen dat de Geene,
Noijt zijn zegen van U wend,
Maar dat Uwe jaren meeden,
Tot gij krijgt een zalig end.
A. Duijff
Onderaan staat: PenneKonst.
Verder is er te lezen: De Regel van Drien ( een som met 3 getallen en de 4-de moet uitgerekend worden), een menuet, een bijbelgedeelte uit Lukas (het kerstverhaal) , psalm 84, een som met afmetingen, een tekening. Dit leerde schoolmeester Adam Duiff waarschijnlijk aan zijn leerlinge Catharina Elisabeth Huber.
Haar vader was Johannes Lambertus Huber
”
(Bron:Bep Kastelijns)